Over KansenKaart


De KansenKaart laat zien hoe omstandigheden waarin Nederlanders opgroeien samenhangen met uitkomsten op latere leeftijd. We kijken daarbij naar de gemeente en buurt waar kinderen opgroeiden, ongeacht waar zij later zijn gaan wonen.

koop

Handleiding

U kunt rechts op het scherm zelf een groep selecteren, op basis van het geslacht, de migratieachtergrond en het inkomen van de ouders van deze mensen. Hiermee wordt de inkomenspositie van ouders ten opzichte van andere ouders met kinderen van dezelfde leeftijd gemeten. Als u linksboven op het scherm klikt kunt u een uitkomstmaat kiezen.

Laag geboortegewicht, vroeggeboorte en sterfte worden gemeten op basis van gegevens over de 1,5 miljoen Nederlanders die tussen 2008 en 2016 werden geboren, per gemeente en postcodegebied waar zij of hun moeder op de dag van de geboorte woonden. Het inkomen van hun ouders is gemeten tussen 2014 en 2018. Iemand had een laag geboortegewicht als tenminste 90 procent van de pasgeborenen van hetzelfde geslacht en met dezelfde zwangerschapsduur een hoger geboortegewicht hadden. Er is sprake van vroeggeboorte als de zwangerschap korter duurde dan 37 weken. Neonatale, perinatale en zuigelingensterfte heeft betrekking op overlijden tijdens de zwangerschap of binnen respectievelijk 7 of 28 dagen of een jaar na de geboorte.

De groep 8-eindtoetsadviezen, de taal- en rekenscores op de eindtoets, de schooladviezen en de kenmerken van klasgenoten in groep 8 worden gemeten op basis van gegevens over de 337 duizend leerlingen die in 2004 en 2005 werden geboren en tussen 2015 en 2019 de groep 8-eindtoets deden, per gemeente en postcodegebied waar zij op 31 december 2015 woonden. Het inkomen van hun ouders is gemeten tussen 2014 en 2018.

De eindtoetsadviezen vertalen de score van eindtoetsen (van CITO, IEP, ROUTE 8, AMN en Dia) in een bijbehorend schooladvies. Het streefniveau van de reken- en taalonderdelen van deze eindtoetsen is het niveau voor leerlingen die meer aankunnen dan het fundamentele niveau. Het fundamentele niveau is de basis die zo veel mogelijk leerlingen moeten beheersen. Het definitieve schooladvies van de basisschool is leidend bij de toelating in het voortgezet onderwijs. Het schooladvies is hoger of lager dan het eindtoetsadvies bij een verschil tussen beide adviezen van tenminste één niveau.

De kenmerken van klasgenoten hebben betrekking op alle leerlingen die in hetzelfde jaar in groep 8 zaten, op de zelfde vestiging van de basisschool, minus de referentieleerling zelf. Klasgenoten hebben ouders met een laag inkomen als ze bij de armste 25 procent van de ouderlijke inkomensverdeling horen. Klasgenoten hebben ouders met een hoog inkomen als ze bij de rijkste 25 procent van de ouderlijke inkomensverdeling horen. Klassengrootte is geobserveerd tussen 2015 en 2017 (het jaar waarin leerlingen de eindtoets deden).

Het hoogst gevolgde schooltype in het voortgezet onderwijs van 16-jarigen wordt gemeten op basis van gegevens over de 1 miljoen leerlingen die tussen 1998 en 2002 werden geboren toen zij 16 jaar oud waren, per gemeente en postcodegebied waar zij op 31 december 2015 woonden. Het inkomen van hun ouders is gemeten tussen 2014 en 2018.

Het hoogst gevolgde/behaalde schooltype in het voortgezet onderwijs van 21-jarigen wordt gemeten op basis van gegevens over de 951 duizend mensen die tussen 1994 en 1998 werden geboren toen zij 21 (geboren voor oktober) of 22 (geboren vanaf oktober) jaar oud waren, per gemeente en postcodegebied waar zij op hun 15e verjaardag woonden. Het inkomen van hun ouders is gemeten tussen 2008 en 2012. Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of hoger.

Persoonlijk inkomen, uitkeringen, kenmerken van banen, hoger onderwijs en zorggebruik worden gemeten op basis van gegevens over de 1 miljoen dertigers die tussen 1982 en 1987 werden geboren, per gemeente en postcodegebied waar zij in 1995 woonden. Het inkomen van hun ouders is gemeten tussen 2006 en 2010. Persoonlijk inkomen is het gemiddelde bruto jaarinkomen in 2017 en 2018. Voor bijstand, uitkering voor ziekte en arbeidsongeschiktheid (deze categorie bestaat uit uitkeringen vanuit de Ziektewet en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen) en werk is gekeken naar de voornaamste inkomstenbron in december 2018.

Voor de kenmerken van banen wordt alleen gekeken naar mensen die in loondienst werkten in 2017 en/of 2018. Van een vast arbeidscontract is sprake als de langstdurende arbeidsovereenkomst in 2017 en 2018 voor onbepaalde tijd was. Het uurloon is gelijk aan het totaal ontvangen basisloon over 2017 en 2018 gedeeld door het aantal gewerkte uren, berekend als het totaal aantal verloonde uren minus overwerkuren in beide jaren. Alle bedragen uit 2017 die gebruikt worden voor het berekenen van persoonlijk inkomen en uurloon zijn verrekend naar het prijsniveau van 2018.

Iemand heeft hbo of hoger als diegene een hbo of universitair bachelordiploma heeft behaald en iemand heeft universiteit als diegene een universitair bachelordiploma heeft behaald. Totale zorgkosten in 2018 bestaan uit alle zorgkosten die vergoed worden door zorgverzekeraars en het Eigen Risico van de Zorgverzekeringswet, minus het inschrijftarief van huisartsen en kosten in de geboortezorg om vrouwen en mannen te kunnen vergelijken. Van gebruik van specialistische ggz, ziekenhuiszorg en medicijnen is sprake als er binnen de totale zorgkosten in 2018 kosten voor elk van deze drie typen zorg zijn gemaakt. Alle bedragen uit 2017 die gebruikt worden voor het berekenen van persoonlijk inkomen en uurloon zijn verrekend naar het prijsniveau van 2018.

Vermogen, schenkingen en koopwoning worden gemeten op basis van gegevens over de 832 duizend 35-jarigen die tussen 1981 en 1985 werden geboren, per gemeente en postcodegebied waar zij op hun 15e verjaardag woonden. Het inkomen van hun ouders is gemeten tussen 2003 en 2007. Het vermogen is het verschil tussen bezittingen minus schulden. De waarde van de woning is de WOZ-waarde.

Werkwijze

Ouders met een laag inkomen zaten op het 25e percentiel van de inkomensverdeling van alle ouders met even oude kinderen. Dit betekent dat 25 procent van de ouders een lager inkomen en 75 procent een hoger inkomen had. De uitkomsten van hun kinderen zijn geschat op een steekproef van alle mensen met ouders tussen het 15e en 35e percentiel. Het eigen inkomen werd vervolgens geregresseerd op de inkomensrang van hun ouders middels een lineair OLS-regressiemodel. Tot slot werd het inkomen van mensen met ouders op het 25e percentiel voorspeld op basis van de geschatte coëfficiënten uit het regressiemodel. Alle bedragen zijn verrekend naar het prijsniveau van 2018 en het gemiddelde gezamenlijke bruto jaarinkomen van ouders van dertigers met een laag inkomen was € 53 duizend.

Ouders met een middeninkomen zaten op het 50e percentiel, dit was voor ouders van dertigers € 77 duizend, en ouders met een hoog inkomen zaten op het 75e percentiel, dit was voor ouders van dertigers € 108 duizend. Voor deze groepen is de werkwijze uit de vorige alinea toegepast op steekproeven met alle mensen met ouders respectievelijk tussen het 40e en 60e percentiel en tussen het 65e en 85e percentiel van de ouderlijke inkomensverdeling.

Geslacht en het geboorteland van beide ouders worden geobserveerd in de Basisregistratie Personen. Conform de oude CBS-definitie wordt achtergrond als volgt bepaald: indien één ouder in een niet-Nederlandse achtergrond heeft, dan krijgt het kind dat land als achtergrond toegekend. Indien zowel vader als moeder een niet-Nederlandse achtergrond hebben, maar dit twee verschillende landen zijn, dan krijgt het kind de achtergrond van de moeder toegekend. We bepalen de achtergrond van ouders op dezelfde manier, maar dan op basis van het geboorteland van de grootouders. Een "Nederlandse" achtergrond op de kaart betekent dus dat het kind en alle ouders en grootouders in Nederland geboren zijn, dus dat het kind geen 1e-, 2e- of 3e-generatie migratieachtergrond heeft. Het totaal wordt uitgesplitst in Nederlands, overig westers en totaal niet-westers.

Causaliteit

Op de KansenKaart brengen wij de samenhang in beeld tussen de omstandigheden waarin kinderen opgroeien en hun uitkomsten over de levensloop. Maar die omstandigheden hangen samen met eindeloos veel factoren die ook van invloed zijn en waarvoor niet te controleren valt. Daarom moeten deze patronen niet gezien worden als oorzakelijke verbanden.

Verantwoording

De KansenKaart is gebaseerd op de Amerikaanse Opportunity Atlas en wordt ontwikkeld door Helen Lam (Erasmus School of Economics), Matthijs Jansen, Coen van de Kraats (Erasmus School of Economics), Erik-Jan van Kesteren (Universiteit Utrecht) en Bastian Ravesteijn (Erasmus School of Economics en Tinbergen Instituut).

Het CBS verleende toegang tot gepseudonimiseerde data, onder voorwaarden die de privacy van individuele Nederlanders beschermen. Open Data Infrastructure for Social Science and Economic Innovations (ODISSEI) ondersteunt dit project door middel van de Microdata Access Discount, een Microdata Access Grant, inzet van het SODA team en toegang tot de ODISSEI Secure Super Computer. In het kader van de Nationale Wetenschapsagenda financieren de Nederlandse Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en de Bernard van Leer Foundation doorontwikkeling van de KansenKaart.

In de toekomst zal de KansenKaart worden aangevuld met een reeks nieuwe uitkomstmaten en andere uitbreidingen.

Ontwerp en realisatie

Door Webmapper.

Contact

Neem voor vragen en opmerkingen contact op met Bastian Ravesteijn.


Logo Erasmus School of Economics Logo Tinbergen Institute Logo Webmapper